Niet alleen de tanden van mensen moeten goed onderhouden worden, dit geldt ook voor paardengebitten.
Wanneer bijvoorbeeld bepaalde delen niet of weinig afslijten, groeien deze uit tot haken, scherpe randen of verhogingen ten opzichte van de kauwvlakte en kunnen daardoor de normale zijwaartse en voor of achterwaartse bewegingen van de onderkaak belemmeren. De paardentandarts zal dan de scherpe delen wegvijlen.
Robert van Bergeijk kwam vandaag de gebitten controleren en indien nodig behandelen. Robert noemt zichzelf geen paardentandarts, maar een paardengebitsverzorger.
Indy mocht de spits afbijten. De kleine pony was het er niet helemaal mee eens en steigerde om dat te benadrukken. Renate had het geluk dat ze mocht assisteren.
Kane had een tand die getrokken moest worden. Daarbij werd gebruik gemaakt van een praam. Hierbij assisteerde Sanne.
“Een praam is een stuk hout met een lus van touw. De lus wordt om de bovenlip aangebracht en aangedraaid. Het doel van het gebruik van de praam is: een paard rustiger laten worden.
Dit ziet er zeer pijnlijk uit voor het dier, maar het dier voelt er in werkelijkheid weinig van. De praam wordt in situaties gebruikt waarbij het noodzakelijk is dat het paard rustig blijft en niet in de stress raakt.
Op de bovenlip van paarden bevinden zich drukpunten. Door het ‘bewerken’ van dit drukpunt maakt het paard stoffen aan (endorfinen) die verdovend werken. De meeste paarden worden daardoor heel kalm en blijven stilstaan. Correct gebruik van de praam houdt in, dat men de lus aandraait, het hoofd van het paard zachtjes naar beneden brengt (hand op hals/ nek en hand net onder ogen) en wacht tot het moment, dat het dier ontspant. (De oren vallen naar opzij, de ogen gaan half dicht.) Dat is het moment, dat de endorfinen aangemaakt zijn, de ingreep van de dierenarts kan nu rustig doorstaan worden”. (bron wikipedia).
Omdat Robert zo rustig is, waren de paarden dat ook. Over een jaar weer controle.